Het nieuwe voetbalseizoen is weer van start gegaan en dat betekent traditiegetrouw een parade van nieuwe shirts. Fans analyseren de nieuwe designs, kleuren en pasvorm, maar dit jaar is er een opvallend detail dat voor heel wat discussie zorgt. Ondanks een wettelijk verbod op gokreclame op de voorkant van voetbalshirts, prijken er bij een groot deel van de clubs in de Jupiler Pro League nog steeds logo’s die onmiskenbaar gelinkt zijn aan gokbedrijven. Hoe kan dit? Welkom in de fascinerende, grijze zone van de Belgische gokwetgeving, waar de geest van de wet en de letter van de wet een harde wedstrijd tegen elkaar spelen. Het is een discussie die verder gaat dan het veld en ook de keuzes die we als consument maken raakt, een thema dat we op checko.be vaker onder de loep nemen in onze [dossiers over ethisch consumeren].
De controverse draait om de strengere regels die sinds 1 januari 2025 van kracht zijn. Het doel was duidelijk: de normalisering van gokken tegengaan en kwetsbare consumenten beschermen door gokreclame uit het straatbeeld, en dus ook uit stadions, te bannen. De realiteit blijkt echter complexer. Clubs en hun goksponsors hebben creatieve manieren gevonden om de regels te omzeilen, wat leidt tot een kat-en-muisspel met de overheid.
Deze strategieën zijn volledig gericht op het behouden van zichtbaarheid om spelers naar hun online platformen te lokken, waar een breed scala aan weddenschappen en spellen wordt aangeboden. Voor spelers die zich liever verdiepen in de spellen zelf, los van de marketingcontroverse, is betrouwbare informatie essentieel. Websites die diepgaande slot reviews aanbieden, spelen hierin een cruciale rol door een duidelijk beeld te geven van de betrouwbaarheid en het aanbod van verschillende online spellen. Dit toont aan dat terwijl de marketing aan banden wordt gelegd, de vraag naar duidelijke informatie over de producten zelf onverminderd blijft.
De creatieve boekhouding van sponsoring
De kern van het probleem ligt in de mazen van de wet. Het verbod is specifiek gericht op gokoperatoren met een Belgische licentie. Wat doen deze bedrijven? Ze richten ‘sub-brands’ of zustermerken op die officieel niets met gokken te maken hebben. Deze merken worden gepresenteerd als nieuwsplatforms, community-sites of ‘foundations’.
Een paar voorbeelden maken dit direct duidelijk:
- Club Brugge sloot de grootste sponsordeal uit zijn geschiedenis met het gokconglomeraat Betsson. Op het shirt staat echter niet ‘Betsson’, maar ‘betFIRST.sport’, een platform dat sportnieuws aanbiedt.
- Standard de Liège en Royal Antwerp FC lopen niet langer met ‘Circus’ op de borst, maar met ‘Circus Daily’, een zogenaamd sportnieuwsplatform van hetzelfde moederbedrijf.
- Andere clubs, zoals Beerschot in het verleden, gebruikten constructies als de ‘Star Casino Foundation’ om de link met het gokbedrijf te verdoezelen onder het mom van maatschappelijke steun.
Deze ‘nieuwe’ sponsors hebben websites en apps die sportuitslagen en -nieuws brengen. Er staat echter nergens een directe knop met “Zet hier uw geld in”. En precies daar knelt het schoentje voor de toezichthouder.
Een waakhond zonder tanden?
De Belgische Kansspelcommissie, de officiële waakhond van de gokmarkt, staat ondanks stoere taal van de politiek voor een groot deel machteloos. De reden is juridisch van aard. Er werd in 2023 beroep aangetekend bij de Raad van State tegen de nieuwe gokwetgeving. In afwachting van een definitieve uitspraak heeft de rechtbank van Doornik de Kansspelcommissie verboden om sancties op te leggen, zolang er niet expliciet wordt aangezet tot gokken.
Zolang betFIRST.sport dus geen directe link plaatst naar de gokwebsite van Betsson, doen ze technisch gezien niets illegaals. Het resultaat is een frustrerende patstelling die de nieuwe wetgeving zo goed als tandeloos maakt. Dit is een schoolvoorbeeld van een situatie waarin de letter van de wet wordt gevolgd, maar de geest ervan, de consument beschermen, volledig wordt genegeerd. Voor sportclubs en hun sponsors is het in de praktijk een vrijgeleide om de grenzen van het toelaatbare ongestraft te blijven verkennen.
Tussen financiële noodzaak en ethische vragen
Waarom nemen clubs dit risico? Het antwoord is simpel: geld. De gokindustrie is een van de weinige sectoren die nog bereid is om miljoenen euro’s op tafel te leggen voor shirtsponsoring. Voor veel Belgische profclubs, die vaak worstelen om het hoofd boven water te houden, vormen deze sponsorgelden een fundamenteel onderdeel van hun budget. Gokbedrijven waren vorig jaar goed voor een geschat bedrag van 12 tot 15 miljoen euro in de globale voetbalsponsoring.
Clubs wijzen ook op het gebrek aan een uniform Europees kader. In andere competities zijn de regels soepeler, waardoor Belgische clubs zichzelf in de voet zouden schieten als ze geen gebruik maken van de mogelijkheden die de wetgeving openlaat. Deze financiële afhankelijkheid leidt tot schijnbaar hypocriete situaties. De Pro League, de belangenvereniging van de profclubs, organiseert enerzijds een roadshow om jonge spelers te wijzen op de gevaren van gokverslaving. Anderzijds ging diezelfde Pro League in zee met ‘Napoleon Score’, een submerk van gokbedrijf Napoleon Games.
Hoe dit in Nederland wordt aangepakt
Terwijl België worstelt met grijze zones en achterpoortjes, hebben onze noorderburen gekozen voor een radicaal andere aanpak. In Nederland wordt de deur voor goksponsoring per 1 juli 2025 hard dichtgetrokken. Waar de Belgische wet ruimte laat voor interpretatie, is de Nederlandse wetgeving ondubbelzinnig: een totaalverbod op sportsponsoring door online gokbedrijven. Geen sub-brands, geen foundations.
Deze beslissing is een enorme financiële klap voor het Nederlandse voetbal. De Eredivisie CV becijferde de schade op 40 miljoen euro aan directe sponsorinkomsten en 30 miljoen aan indirecte media-inkomsten. Net als in België maakte bijna elke club (33 van de 34) gretig gebruik van de gokmiljoenen na de legalisering van de online markt in 2021. De Nederlandse voetbalwereld hekelt dan ook het “wispelturige beleid” van de overheid: eerst de markt openen en vervolgens, na een stortvloed aan reclames en een sterke stijging in gokverslaving, de deur in een recordtempo weer sluiten.
De reden voor deze harde ingreep was de maatschappelijke en politieke verontwaardiging over de gevolgen. Het aantal gokverslaafden in de zorg nam fors toe en de overheid besloot dat de volksgezondheid zwaarder woog dan de economische argumenten van de sportsector. Waar de Belgische Kansspelcommissie een “waakhond zonder tanden” lijkt, heeft de Nederlandse politiek doorgebeten. Het resultaat is een duidelijk, maar pijnlijk beleid dat de clubs dwingt om op zoek te gaan naar échte alternatieven, zonder de uitweg van een juridische grijze zone.
Is een uitdoofscenario de toekomst?
Toch is er met RSC Anderlecht (Sunweb) een club die toont dat een alternatief mogelijk is. De vraag is of anderen zullen volgen. Deze discussie is uniek voor België, maar ook weer niet. In Nederland gaat de deur helemaal op slot, en ook in Spanje en Italië werden de teugels rond gokreclame al flink aangehaald.
Het toont een Europese trend waarbij de vraag steeds luider klinkt: wat voor sport willen we zien? Voor de fans blijft het een lastige spagaat: je wil de beste spelers, maar je wil ook trots zijn op het shirt. De komende jaren, tot de volledige ban in 2028, zullen uitwijzen of het clubhart het wint van de clubkas.